Andries Casper van Dorp (1913-1966)

Naam: Andries Casper van Dorp

Geboren: Rotterdam 02-03-1913
Overleden: Rotterdam 07-06-1966
Land: Nederland

Auteur: Wim G. van Dorp

Informatie via A.J. van Dorp – de Koning
Andries Casper van Dorp (roepnaam André) is waarschijnlijk geboren in de Wateringstraat bij de Noordsingel. Het was een sousterrain-woning. Beneden was de stoffeerderij, daarboven de woning. De stoffeerderij was van vader Casper. Het bedrijf is later failliet gegaan. Daarna is Casper bij zijn broers gaan werken in de betonbouw bij Voormolen. Na het overlijden van opa Isaäc zijn ze gaan wonen bij tante Marie op de Bergselaan(?). Later zijn ze weer zelfstandig gaan wonen, o.a. op het Willebrordusplein. In de dertiger jaren hebben ze om onbekende redenen een tijdlang in Sliedrecht gewoond. Rond 1938 zijn ze gaan wonen in de benedenwoning Raephorststraat 113. Vooral in de oorlog kwamen er meer kontakten met het gezin in de bovenwoning, waar Adriana Johanna (Jeanne), zijn latere echtgenote, woonde.Van Dorp A.C. als peuter

André volgde “gewoon lager onderwijs” op de openbare school no. 186 aan de Delfgauwstraat. Het getuigschrift daarvoor is afgegeven op 31 augustus 1926.
Het vervolgonderwijs vond plaats op de Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus te Rotterdam (Openbaar Middelbaar Onderwijs). Het getuigschrift “B” is afgegeven in juli 1930 en o.a. ondertekend door de directeur L.G. Corbeau. Daarna heeft hij een middelbaar technische studie doorlopen. Tot mei 1940 heeft hij zich bezig gehouden met het ontwerpen van technische expositiemiddelen. Dit betekende o.a. dat hij werkzaam was voor de tentoonstellingen “Ontdek uw stad” en “Rotterdam – Batavia”. Van die jaren dateerde zijn samenwerking met Pieter den Besten en Jan de Keijzer.

Hij werkte in de oorlog bij het ASRO op de Coolsingel (zie foto, André staat geheel links). ASRO staat voor Adviesbureau Stadsplan Rotterdam. De dienst had als taak het opstellen van het herbouwplan en voor het stadshart van Rotterdam (dat in mei 1940 door het Duitse bombardement was verwoest) en de voorbereiding van de gronduitgifte. De dienst is per 31 december 1940 ingesteld en was aanvankelijk gehuisvest in het gebouw van de gemeentebibliotheek aan de Nieuwe Markt. Begin augustus 1941 verhuist de dienst naar het bijkantoor van de Rotterdamsche Bankvereeniging aan de Coolsingel. Het aantal personeelsleden loopt op tot ongeveer honderd. Aan het einde van de oorlog moeten steeds meer pesroneelsleden onderduiken of worden opgepakt bij de razzia’s. op de dag van de bevrijding waren nog maar acht medewerkers van het ASRO aanwezig.André is in november 1944 opgepakt bij de razzia. De opgepakten moesten gaan lopen naar Utrecht. Hij is daar een paar dagen geweest; kreeg het toen benauwd en mocht naar huis. André van Dorp bij het ASRO

André en zijn vader zijn in ongeveer 1949 verhuisd naar het nieuwe huis Landmanstraat 18. Het huis is nog door Jeanne schoon gemaakt. Na het huwelijk tussen André en Jeanne zijn ze daar gaan wonen. Vader Casper heeft jarenlang daar “ingewoond”. Aanvankelijk sliep hij in de keuken. De rest van het gezin (inmiddels waren er twee kinderen geboren) in de achterkamer. Op 26 februari 1954 verhuisde het gezin naar Landmanstraat 16b (een driekamerwoning in plaats van de tweekamerwoning op 18). Opa Casper kreeg toen een eigen slaapkamertje.

Na de oorlog – vanaf 1947 – tot aan zijn overlijden heeft hij gewerkt als publicist en documentalist. In die periode werkte hij met name thuis. Zijn werkkamer was – na de verhuizing naar nummer 16b – de “zijkamer”. Daar stonden de stalen Ahrend kasten met al zijn documentatie. De artikelen werden geschreven op een Hermes schrijfmachine. Kopieerapparaten waren er nog niet. De kopieën werden gemaakt op geel doorslagpapier door karbonpapier te gebruiken. Hij schreef publicaties voor diverse vakbladen zoals Doelmatig Bedrijfsbeheer, De Zakenwereld, de Electrotechnische Ondernemer, Bedrijf en Techniek en Natuur en Techniek. Jarenlang is hij hoofdredacteur geweest van Metaal & Techniek, het vakblad van de Smecoma. Hij heeft een boek geschreven uitgegeven bij Samsom, Alphen aan den Rijn, met de naam “Bouw en inrichting van groeiende bedrijven” (zie afbeelding).Bouw en inrichting van groeiende bedrijven
Voorts hield hij het documentatiearchief bij van de Stichting Havenbelangen. Daartoe ging hij iedere vrijdag naar het Beursgebouw aan de Coolsingel in Rotterdam, alwaar de stichting gehuisvest was.
In deze periode heeft hij ook meegewerkt aan de organisatie van tentoonstellingen, o.a. Rotterdam Straks, Kust en Branding (17 juli tot en met 6 september 1953) en Ay-Ay in Hoek van Holland (17 juli tot 16 augustus 1964) die gehouden werd ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de Nieuwe Waterweg.
Voorblad catalogus Kust en Branding
Van zijn hand is ook het AB systeem, een kaartsysteem met aanschafinformatie voor bedrijven. Het was in de tijd dat de computer en de zoekmachine er nog niet was. De verantwoordelijk uitgever daarvan was de heer N. Bröker.
Alle activiteiten gebeurden op “free-lance”basis. Hij was dus een kleine zelfstandige. Het gezin was voor het inkomen afhankelijk van de hoeveelheid werk die er was. Dat varieerde, zodat er perioden waren met meer en met minder.

André leed aan een vrij ernstige vorm van asthma en longemfyseem. De behandeling bestond vooral uit het inhaleren van een luchtwegverwijdende stof, via de “spuit”. Als de asthma erg werd, werd ephedrine ingespoten. De zorg werd jarenlang geleverd door huisarts Ephraim, die op de hoek van de Landmanstraat en de Van Blommesteijnweg woonde.

Op 12 juli 1950 huwde André met Jeanne de Koning. Er was geen geld voor een uitgebreide bruiloft. André en Jeanne zijn met de tram naar het stadhuis in Rotterdam (Coolsingel) gegaan. Er is dan ook geen trouwfoto gemaakt. Zij kregen twee kinderen: Willem Gerrit (12 september 1951) en André Casper (21 september 1953). De kinderen zijn geboren in het Eudokia ziekenhuis.

Familie van Dorp aan tafel met familie Van BeurdenOp bijgaande foto (gemaakt in 1955) is de familie compleet te zien. Van links naar rechts oom Niek van Beurden, zijn vrouw tante Mieneke (een zus van oma van Dorp), Jeanne, zoon André jr., André sr. , opa van Dorp (vader van André) en vooraan zoon Wim.

Op 7 juni 1966 is André plotseling aan een hartstilstand overleden. Alleen de kinderen waren thuis. Zijn vrouw was net naar dokter Ephraim gegaan om “een nummertje te halen” (de patienten die op het spreekuur wilden komen kregen allemaal een volgnummer).
André is begraven op 10 juni 1966 op de Zuiderbegraafplaats. De begrafenis is geleid door dhr. A. van Bochove van de Gereformeerde Gemeente Rotterdam-Zuid.
Hoewel André kerkelijk niet meelevend was, had het christelijk geloof zijn interesse en ondersteunde hij Jeanne van harte bij het geven van een christelijke opvoeding aan de kinderen.