Spoormateriaal USATC

TRANSPORTATION CORPS U.S. ARMY

Amerikaanse goederenwagens in Nederland na WO II

Snelzoeklinks:
Materieel in gebruik bij NS
Twee-assige wagens
Vier-assige wagens
Kleur en opschriften
Aanpassingen bij de NS
Fotorubriek

Zicht vanuit de landingsboot op de verbindingsbrug en het noodspoor, geconstrueerd om het goederenmaterieel aan land te brengen. Normandie, Frankrijk, 1944
View from the LST at the French coast.
Photo: U.S. Coast Guard

Op 6 juni 1944 – D-day – begon de invasie van de geallieerde legers in Normandië, Frankrijk. Doel van de invasie was het verdrijven van de Duitse bezettingsmacht uit de verschillende Europese landen. De geallieerden slaagden uiteindelijk in die opzet. Zo kwam er uiteindelijk op 5 mei 1945 een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland.
In de periode vanaf D-day heeft spoorwegmaterieel van het Amerikaanse leger dienst gedaan in Europa. Dit materieel werd gebruikt om te voldoen aan de enorme transportvraag van het geallieerde leger. Na de oorlog is een klein deel ervan overgenomen door de Nederlandsche Spoorwegen (NS). De NS kocht o.a. goederenwagens en diesellocomotieven.

Bij de voorbereidingen voor de invasie werd besloten eigen spoorwegmaterieel mee te nemen, omdat naar verwachting nauwelijks gebruik meer kon worden gemaakt van het in Europa nog aanwezige materieel. Door de bombardementen op de spoorwegknooppunten en beschietingen van treinen waren veel locomotieven, wagens en rijtuigen verloren gaan. Naar mate de datum van de invasie naderbij kwam, werden deze aanvallen alleen nog maar intensiever waardoor de schade steeds verder toenam.
Het materieel dat meegenomen werd door het invasieleger bestond uit locomotieven van Amerikaanse en Engelse makelij, goederenmaterieel (voornamelijk Amerikaans) en enige personenrijtuigen (Engels). Het goederenmaterieel uit de Verenigde Staten was eigendom van het United States Army Transportation Corps. Dit materieel werd in onderdelen in de V.S. vervaardigd, verscheept naar Engeland en aldaar in elkaar gezet. Met o.a. landingsvaartuigen werd dit materieel Het Kanaal overgebracht en in Frankrijk aan wal gezet.

NS diesel-electrische locomotief ex USATC serie 2000 met vierassige open goederenwagen met zijwanden, eveneens ex USATC.
Dutch Railways diesel-electric locomotive series 2000 with four-axle open wagen, both origanally from the USA Transportation Corps.
Photo: waarschijnlijk NS / probably Dutch Railways
Repro uit / reproduction from “De Spoorwegen in Nederland”

Veel informatie over dit materieel is te vinden in een artikel van dhr. J.H. Wervers in het tijdschrift Spoor- en Tramwegen, nr. 4 van 24 februari 1949. De hieronder vermelde gegevens komen grotendeels uit deze bron.

Materieel in gebruik bij de NS

In Januari 1947 werden door de Nederlandsche Spoorwegen (NS) 2000 goederenwagens ex USATC gekocht. Het ging om de volgende typen:

Aantal
Verkorte naam
NS nummers
Wagentype
Aantal assen
900
CHAW
22501 – 23400
gesloten
2
1000
GTAW
46001 – 47000
open
2
50
GZAW
82951 – 83000
open
4
50
geen (dienstwagen)
174107 – 174156
plat
4
De dienstwagens waren ingericht voor het vervoer van rails ten behoeve van de dienst Weg en Werken.
Een aantal ketelwagens is gekocht door particuliere eigenaars (P-wagens)

Twee-assige wagens

Ontscheping van de twee-assige open goederenwagens.
Debarkation of the two-axle open wagons.
Photo: U.S. Coast Guard

De wagens zijn voornamelijk van geklonken constructie.(Volgens de heer Wervers was dit klinkwerk ruw uitgevoerd, waarschijnlijk door minder geschoold personeel. De lassers waren immers in de Verenigde Staten nodig voor belangrijker werk, zoals de bouw van de Liberty- en Victory-schepen). De wagens voldoen aan het Engelse profiel, dat kleiner is dan het Europese. In een trein vallen daardoor vooral de gesloten wagens door hun geringere omgrenzingsprofiel onmiddellijk op. In ieder geval voor een deel zijn de wagens in onderdelen getransporteerd van de V.S. naar Engeland. Een deel van het klinkwerk zal ook wel daar ter plaatste zijn uitgevoerd. De twee-assige wagens hebben hoofdlangsdragers die in het vlak van de zijwand liggen. De uit staalplaat geperste balansen zijn aan korte stukjes stelbalk geklonken, welke door middel van een traverse met de hoofdlangsdragers verbonden zijn. De wielen zijn met de hand gegoten (Griffin wielen) en hebben een diameter van 838 mm. De aspotten zijn voorzien van glijdlagers met wolvulling. De draagmetalen zijn ingegoten met een minderwaardige loodcompositie. De veren bestaan uit 11 bladen 75×10 mm aan de bovenzijde, welke sterker gekromd zijn dan de daaronder liggende 6 bladen 75×15 mm. In onbeladen toestand worden de wagens werken alleen de bovenste bladen, waardoor de wagens soepel afgeveerd zijn.

Onderzijde van een twee-assige gesloten wagen. De foto is een deelvergroting van de foto elders op deze website.
View at the (inversed) undercarriage of a two-axle closed freightvan.
De veerbladen zijn niet geribd. Veerhanden, veerschalmen en bouten ontbreken. De uiteinden van de bovenste draagveerbladen zijn iets teruggebogen en dragen dan onmiddellijk tegen de stelbalk. De veren worden op hun plaats gehouden door twee naar beneden langs de stelbalkeinden overstekende lippen, waardoor een borgbout is gestoken.
De hulsbuffers zijn van Amerikaans ontwerp. Ze hebben schijven met een diameter van 405 mm en zijn beide iets bol. Achter de buffer, dus op de bufferbalk, bevindt zich een hardhouten plank van ongeveer vijf cm dikte.
Het trekwerk is niet doorgaand. Achter elke bufferbalk bevindt zich een korte trekwerkveer, bestaande uit een zware schroefveer met een lichtere concentrisch erin gelegen.
De wagens zijn voorzien van een Westinghouserem. De wielen worden meestal éénzijdig afgeremd. Er zijn echter ook open en gesloten twee-assige wagens met twee remblokken per wiel. De blokken hangen vrij laag.
Bij de gesloten wagens bestaan de zijwanden meestal uit ½ inch multiplex. Bij een aantal wagens bestaan de zijwanden uit schroten. De zijwandstijlen zijn van uit staalplaat vervaardigd omega-profiel. De kopwandstijlen lopen diagonaal van het midden van de bufferbalk naar het boveneinde van de hoekstijlen. De kopwanden bestaan altijd uit schroten. Het dak is van 3/8 inch triplex. Er zijn geen daktogen. Boven aan de zijwanden ter weerszijden van de schuifdeur loopt een trekstang van de ene naar de andere zijde van de wagen. De open wagens hebben in de zijwanden forse dubbele deuren. Bij een lading bulkgoed hebben ze de neiging om uit te puilen. De kopwanden zijn niet te openen.

Vier-assige platte wagen USATC, oorspronkelijk bestemd voor het vervoer van tanks “warflat”.
Four-axle flatcar in Holland. Unknown location.
Photo: J.J. Overwater
Vierassige wagens

De draaistellen bestaan uit twee gegoten stalen framestukken, die samengehouden worden door een gegoten wiegbalk. Deze balk berust aan iedere zijde op vier schroefveren.
Van de wagens met lage zijwanden zijn de kopschotten aan de onderzijde scharnierend. Ze kunnen tot op de buffers neergeklapt worden. Het onderstel heeft een spanwerk.
De platte wagens hebben framebalken die tussen de draaistellen hoger zijn. Ze zijn gebouwd voor het vervoer van tanks (“warflats”).
Ook de vierassige wagens zijn voorzien van een Westinghouserem.

Kleur en opschriften

Twee-assige gesloten wagen van de DR (USA-zone), omstreeks 1946. Let op de groene kleur. De USATC opschriften zijn weggeverfd met de standaard bruine kleur voor goederenwagens van de DR/DB.
Two-axle closed wagon from the Deutsche Reichsbahn USA-zone. The wagon is in the original olivegreen painting. The original lettering is covered by brown-DR paint.
Photo: Heinkel, Germany (reproduction)
Alle wagens zijn oorspronkelijk in camouflagekleur (lichtgroen) geschilderd. {De kleurenfoto hiernaast laat daar nog iets van zien. De oorspronkelijke opschriften zijn overschilderd met bruine verf (de standaardkleur van de goederenwagens van de DR(G).}
Op de zijwanden van de twee-assige wagens staat rechts een opschrift U.S. Army Transportation Corps. Hiervoor zijn verschillende lettertypen gebruikt. Links en op de kopwanden wordt het nummer en de aanduiding U.S.A. vermeld. Hiervoor worden de typisch Amerikaanse schreef-letters en cijfers gebruikt.
Waarschijnlijk waren er nogal wat opschriftenvarianten. Uit de beschikbare foto’s is niet altijd op te maken of de belettering oorspronkelijk is of niet. De wagens die na de oorlog in dienst bleven van het Transportation Corps (en voornamelijk in West-Duitsland hebben gereden) kregen een opschrift met (links) United States Army en (of alleen) USA en (rechts) Transportation Corps. Transportation Corps werd dan onder elkaar aangebracht met het logo daartussen. Wat dit logo betreft (een scheepsstuurrad met daarin een wapenschild; op het wapenschild een raildeel met een gevleugeld wiel) zijn er verschillende varianten bekend:
a) Een eenvoudige versie (met een open stuurrad, waarschijnlijk als gevolg van het werken met een sjabloon)
b) Een meer gedetailleerde, mogelijk latere versie
c) Een versie waarbij het stuurrad een andere kleur heeft en het binnenvlak is ingevuld.

De heer Wervers meldt dat er ook rood-geel geschilderde emblemen waren waarin het devies was opgenomen “The Transportation Corps furnish the necessary transportation”. In hoeverre dit het bovengenoemde derde type betreft, is mij niet duidelijk. Links is een moderne versie van het logo afgebeeld.

Aanpassingen bij de NS

De wagens zijn na overname gefaseerd in de NS grijs/zwarte kleur geschilderd. In de overgangsperiode reden er nog olijfgroene wagens met met grijze verf weggeschilderde USA opschriften en de witte NS belettering.
Op de hoeken van (alle?) wagens zijn witte driehoeken aangebracht. De betekenis daarvan is mij niet bekend. Mogelijk gaat het om de aanduiding van een heuvelverbod. Een andere mogelijkheid is dat daarmee de wagens onmiddellijk herkend werden als NS-eigendom.
De laaghangende remblokken van de twee-assige wagens gaven veel problemen bij het sloffen. Speciaal voor deze wagens zijn dan ook lagere remsloffen in gebruik genomen. Het probleem werd meer definitief opgelost door de hangers van de remblokken in te korten.
Bij de twee-assige open wagens zijn bij de NS de linker deuren vastgezet door een Z-profiel tegen de stelbalk te klinken en hieraan de deur te bevestigen. De Z-balk kwam vrij van de kopstijlen door die te vervangen door een U-profiel. Niettemin bleef ook na deze wijzigingen de constructie vrij licht, zodat veel wagens uitpuilende kop- en zijschotten hadden.
De vierassige platte dienstwagens voor railvervoer zijn voorzien van enkele rongen.

In de vijftiger jaren zijn, met uitzondering van de particuliere ketelwagens, alle ex-USATC wagens gesloopt. De VSM bezit enkele ketelwagens. Van de overige typen is in Nederland geen exemplaar bewaard gebleven van deze heel bijzondere serie goederenwagens.